File:961127 Jan Fabre Troubleyn web (programmaboekje).pdf

Go to page
next page →
next page →
next page →

Original file(683 × 1,166 pixels, file size: 1.19 MB, MIME type: application/pdf, 15 pages)

Captions

Captions

Add a one-line explanation of what this file represents

Summary edit

Description Jan Fabre - Troubleyn - Universal Copyrights 1 and 9
Nederlands: 'Met een klap kon hij op de vloer naast zijn bed belanden dat, omdat het ook zijn tekentafel was, toch al helde. Daarop tekende hij het 's nachts beleefde, even blauw als de lakens waartussen het begonnen was. Die dubbelheid van dag- en nachtgebruik maakte het bed voor hem tot een belangrijk medium. De slaap bleek een ontpopping, een regeneratie- en transformatieproces dat zich in het tekenen en betekenen voortzette en beelden uit diepste dieptes optrok.' (Elly Stegeman in 'Dichters rond de beeldende kunstenaar Jan Fabre. Watou '95.') Jan Fabre is niet alleen beeldend kunstenaar, maar hij schrijft en ensceneert, choreografeert en scenografeert. Koude pathos en afstandelijke intimiteit domineren zijn werk. Zijn theater combineert bevroren strengheid en chaotische ontlading. 'Emotie komt tevoorschijn, wanneer men haar onderdrukt.' Hij roept vaak met eenvoudige middelen een onwaarschijnlijke verbeeldingswereld op, die het karakter heeft van een jongensdroom. Hij spreekt over de 'leugen van de verbeelding', over de illusie van elke representatie der dingen, over schone schijn. Schoonheid primeert weliswaar, maar steeds gekoppeld aan een voortdurend zoeken naar verandering, naar vernieuwing. De schoonheid die Jan Fabre voorstaat, ontregelt, breekt met conventies, en heeft afgedaan als zij eenmaal erkenning heeft gevonden. (Dit beeld is dat van de romanticus: schoonheid vergaat als zij gekend is.) Jan Fabre is zich als geen ander bewust van deze 'tijdelijkheid' in de perceptie van de dingen. Hij plaatst kunst dan ook steeds in historisch perspectief. Zijn werk zit vol verwijzingen en citaten uit het Europese erfgoed, dat als referentiekader en als klankbord dienst doet. Hij bezit een fascinatie voor insecten die doorheen heel zijn oeuvre, zowel plastisch als theatraal, in allerlei vormen en betekenissen voorkomen. Vaak zijn zij een tussenstap van zijn tekeningen naar zijn ensceneringen. Geboeid door mutatie en metamorfose, laat hij zijn acteurs en dansers soms de gedaante van een insect aannemen, een miljoen maal uitvergroot en duizendmaal vertraagd: geharnasten liggen als gekantelde torren op hun rug en klauwen in de ruimte, een zwarte figuur buikrolt als een rups, geknevelden wentelen zich als wormen over de vloer. Wanneer zij hun harnassen niet dragen, krabben zij en slaan zij ingebeelde insecten van hun lijf. 'Insecten hebben geen meester, zijn altijd onderweg. Zij kennen geen hoogte, geen diepte en hebben een ander soort ruimtelijk gevoel dan wij.' Zowel insecten als acteurs en dansers noemt Jan Fabre 'de krijgers van de schoonheid', die vechten voor een andere ruimte en tijd. De lichamelijke en ruimtelijke weerstand dient steeds opnieuw overwonnen: het lijkt alsof Jan Fabre de tijd in zijn voorstellingen tracht uit te schakelen. Handelingen worden tot versteend beeldend werk. Zijn voorstellingen bevinden zich 'aan de andere kant van de tijd'. Zijn theater was lange tijd een theater van reductie zonder erbarmen, van streng gecomponeerde, symmetrische beelden, van stilte en stilstand. Hoewel hij symmetrie en een feilloze beheersing van het toneelbeeld nog steeds hoog in zijn vaandel draagt, laat hij die de laatste jaren - eigenlijk sinds 'Sweet Temptations' uit 1991 - bij momenten varen voor chaos en puur emotionele opwellingen. Het centrum van de verbeelding is nog steeds het lichaam van de acteur, maar deze maakt niet meer zijn eigen strijd in het theater tot inzet. Tegenwoordig vraagt Fabre zijn acteurs om één te worden met de ruimte, de tijd, de atmo-sfeer, het beeld. Er heerst minder koele afstandelijkheid. De eenheid spat soms uiteen in een tempeest vol chaos en wanorde. Daarbij rennen de spelers kriskras door elkaar heen, schreeuwend als in een bacchanaal. Jan Fabre laat het triviale triviaal, rauw, onbewerkt, ongepolijst. Theater als ritueel in het niemandsland van de extase. Als het om beweging gaat, is Jan Fabre geïnteresseerd in feilloos uitgevoerde balletgrondpassen die zijn dansers uitvoeren volgens vaste patronen en op precieze afstand van elkaar, zodat elk punt in de innerlijke ruimte een tijdspunt wordt. Verstilde, vertraagde bewegingen roepen een andere, verbeelde wereld op, bijna onlichamelijk, onpeilbaar voor de toeschouwer. Elke beweging wordt met een haarfijne precisie herhaald volgens een bepaald traject waarmee tijd en ruimte georganiseerd, gemanipuleerd worden. Al heel vroeg schreef Jan Fabre zijn eigen teksten, woorden als sonore beelden waarmee hij uitdrukking gaf aan de innerlijke stilte, het gemis, het onbekende in zichzelf. 'Ik wilde schrijven omdat ik overkookte van woede en genot, fantasieën en denkbeelden. Ik wilde duidelijk maken dat ik bestond. Juist door - zoals Rimbaud schreef - de chaos te vergroten, probeerde ik mezelf te vinden. Ik schreef onder andere theaterteksten.' Gedichten en verdichtingen over werkelijkheid en verbeelding, zijn en niet-zijn, het statuut van de kunst. deSingel zet voor het derde seizoen zijn nauwe samenwerking met Jan Fabre verder door werkfaciliteiten aan te reiken, projecten logistiek en financiëel te ondersteunen en een ruime publieksbasis te consolideren. Het seizoensoverzicht maakt meteen duidelijk dat het gaat om een ruim aanbod van zowel nieuwe als bestaande producties. Deze laatste, die inmiddels tot het repertoire van Fabres gezelschap en werkstructuur Troubleyn behoren, wil deSingel regelmatig aan een nieuw publiek voorstellen. Zo selecteerde Jan Fabre '3 Danssolo's' uit enkele van zijn balletvoorstellingen. Uit 'The sound of one hand clapping', 'Da un'altra faccia del tempo' en 'Quando la terra si remette in movimento' haalde hij drie fragmenten voor solisten, ondersteund door de muziek van de Pool Eugeniusz Knapik die live uitgevoerd wordt. Het isoleren van deze fragmenten biedt een nauwkeurig inzicht in de manier waarop Jan Fabre omgaat met beweging ten opzichte van tijd en ruimte. Wat het theater betreft, staan twee nieuwe producties en vier hernemingen op stapel. De nieuwe creatie 'Glowing Icons' zal in coproductie met deSingel in de lente van 1997 in première gaan. Deze grote zaalproductie vormt samen met 'Sweet Temptations' en 'Universal Copyrights 1 and 9' Fabres theatertrilogie. Anderzijds blijft de Kleine Zaal van deSingel voor kleine monologen en kleinschalige ad hoc-projecten ter beschikking als daartoe ingerichte werkstudio van Jan Fabre. Drie monologen schreef hij heel bewust voor Els Deceukelier, een dwingende aanwezigheid zowel in zijn oeuvre als op de scène. Zij is Fabres medium, dat al vele jaren gestalte geeft aan zijn ideeën over theater en acteren. In 'Zij was en zij is, zelfs' is Els Deceukelier een bruidsmachine die het eeuwige verlangen symboliseert dat nooit vervuld kan worden. In 'Vervalsing zoals ze is, onvervalst' is zij een model dat op hallucinante wijze herinneringen ophaalt aan de kunstenaars die haar gebruikt en misbruikt hebben en stelt zij de vraag naar authenticiteit en simulatie in de kunst. Deze voorstelling wordt dit seizoen zowel in het Nederlands als in het Frans gespeeld. 'Een doodnormale vrouw' gaat over een verborgen plek in ieder van ons, over de heks in elke normale vrouw. 'De keizer van het verlies' daarentegen is een monoloog geschreven voor een man. Deze theatersolo, vertolkt door Dirk Roofthooft, is het discours van een clown die alles wil vergeten behalve de kracht om 'nee' te zeggen tegenover de wereld, zijn machtsstructuren en het publiek. Ook Fabre, deze rebelse dichter, zal steeds nee zeggen tegen geldende regels en vastgeroeste theaterstructuren. Bij hem geen vrijblijvend discours.
Production Details
InfoField
Universal Copyrights 1 & 9 (Jan Fabre)
Nederlands: Jan Fabre (scenografie); Jan Fabre (regie); Miet Martens (dramaturgie); Michel Nostradamus (tekst); Sebo Bakker (spel); Renée Copraij (spel); Els Deceukelier (spel); Albert De Groot (spel); Jacques De Groot (spel); Helge Letonja (spel); Claudia Miazzo (spel); Linda Olthof (spel); Elsemieke Scholte (spel); Jan Van Hecke (spel); Pol Engels (kostuums); Harry Cole (licht); D.E.E. (geluid); Troubleyn (productie); deSingel vzw (coproductie); Kaaitheater (Brussel) (coproductie); Rotterdamse Schouwburg (coproductie); Das Tat (coproductie); Hebbel-Theater (Berlijn) (coproductie); Théâtre de la Ville (Parijs) (coproductie); National Arts Centre (Ottawa) (coproductie)
Nederlands: theater
Français : théâtre
English: theatre
Source deSingel, http://s3.eu-central-1.amazonaws.com/desingel-media/a1ib000000D8s1SAAR.pdf
Author
institution QS:P195,Q775025
Permission
(Reusing this file)
https://desingel.be/en/info/copyright

Licensing edit

w:en:Creative Commons
attribution
This file is licensed under the Creative Commons Attribution 4.0 International license.
You are free:
  • to share – to copy, distribute and transmit the work
  • to remix – to adapt the work
Under the following conditions:
  • attribution – You must give appropriate credit, provide a link to the license, and indicate if changes were made. You may do so in any reasonable manner, but not in any way that suggests the licensor endorses you or your use.

File history

Click on a date/time to view the file as it appeared at that time.

Date/TimeThumbnailDimensionsUserComment
current21:12, 18 March 2020Thumbnail for version as of 21:12, 18 March 2020683 × 1,166, 15 pages (1.19 MB)NellBoey (talk | contribs)pattypan 19.06

There are no pages that use this file.

Metadata