Nederlands: Model. Deze pop, een batikster voorstellende, vormt een onderdeel van een serie poppen (539-1 t/m 539-8) die alle gemaakt zijn door een niet geidentificeerde Javaan of Madurees, werkzaam te Toeloe Agoeng, residentie Blitar. De gedachte dat de maker Madurees zou zijn werd (bij de aanschaf door het Koloniaal Instituut in 1929) afgeleid uit de op Madurese wijze gedragen hoofddoek, en de Madurese gelaatstrekken van de mannelijke personen. Dergelijke miniatuurvoorstellingen werden door het Koloniaal Instituut gebruikt als tentoonstellingsmiddel. Ze maakten verschillende facetten van het dagelijkse leven van de inheemse bevolking van Nederlands-Indie voorstelbaar (bevolkingstype, kleding, handel, voedsel en bereiding van voedsel). De batikster zit met over elkaar geslagen benen op een matje, voor het houten rak (gawangan), waarop de wit katonen lap is opgehangen, die zij met de linkerhand vasthoudt om de plek te steunen die gebatikt moet worden. In de linkerbenedenhoek van de doek is met potlood een voortekening gemaakt. De doek wordt op zijn plaats gehouden door een ijzeren gewicht (bandoel, hier van zwart geverfd hout) aan een lange ijzeren haak (hier een omgebogen messing draadje). Rechts naast haar staat een komfoor (anglo) met ingestoken houtblokken voor het vuur, waarop een platte ijzeren pan (wajan) voor het smelten van de was. De vrouw houdt in de rechterhand een met was gevuld tuitje (canting) niet ver van haar mond af, waarbij de weergegeven stand der lippen aanduidt, dat zij in het gaatje van het tuitje blaast.. Model van een batikkende vrouw met attributen