English: Liebig Chromos. Trade card. Series 1394, The greatest horse riders, no 5, the Hungarian. 1939. Private collection Paul MR Maeyaert. 11 x 7,1cm. ; Ref: PM_110423_Liebig_Chromos; www.pmrmaeyaert.eu; www.polmayer.com; Cultural heritage; Cultural heritage|Techniques|Postcard trade card. Text on reverse: DE GROOTE RUITERS; 5. De Hongaar.; Alleen de Hongaarsche ruiter is, in Europa, zijn aard en kleederdracht trouw gebleven. De schamelste herder of paardenhoeder heeft in Hongarije een voornaam voorkomen in zijn vreemde, gegalonneerde en geborduurde kleederdracht, met den vilten mantel of “debrecen”. In Hongarije leven bijna uitsluitend Magyaren, Mongoolsch van oorsprong en Oeral-Altaïsch sprekend. De wreede invallen dezer afstammelingen der Oegriërs deden weleer Midden- en Westelijk-Europa onder den draf hunner paarden beven. Ruiters, van hun geboorte af bijna, krijgers en roovers waren het. Mlaar de Teutonen sloegen hen terug, waarna ze zich in Pannonia vestigden, dat hun naam aannam. Ze werden zwervende herders om zich nadien in de eindelooze “puszta” op landbouw toe te leggen. De overgeërfde krijgszucht kwam bij de Hongaren telkens weer boven. Tot in de XXe eeuw boezemden Pandoeren, Kroaten, Huzaren, “roode mantels en spitse mutsen”, Europa angst in. Thans hebben de Magyaren met hun edele trekken, niets gemeens meer met de noeste Aziatische ruiters van Attila, “den geesel Gods”. Alleen de Zigeuners, door de Hongaren “Pharaok nepek”, volk van; Pharao genoemd, kennen nog maar den onweerstaanbaren hunker naar de grenzcnlooze vlakte, de zucht naar vrijheid, de liefde tot het paard, den kameraad van zoovele eeuwen.;