Nederlands: Dr. ir. A.J. Wildschut aanvaardde op 21 december 1960 in het openbaar het ambt van buitengewoon hoogleraar in de kennis en het onderzoek van bouwstoffen, in de afdeling der Weg- en Waterbouwkunde, met een rede, getiteld „Kunststoffen voor de Ingenieur".

Adriaan Jan Wildschut werd op 18 december 1907 te Wormerveer geboren. In 1925 behaalde hij te Zaandam het einddiploma h.b.s.-B, waarna hij de studie aan de Technische Hogeschool te Delft aanving. In 1930 verwierf hij het diploma van scheikundig ingenieur.

Op 7 december 1932 promoveerde hij aan de Technische Hogeschool te Delft tot doctor in de technische wetenschap op het proefschrift, getiteld ,,Metingen van het electrisch moment van eenige cis-trans isomeren in verband met de configuratiebepaling van oliezuur en elaïdinezuur". Als promotoren traden op prof dr. ir. J. Böeseken en prof. dr. C. Zwikker.

Van 1932 tot 1938 was hij werkzaam bij de Hollandse Draad- en Kabelfabriek te Amsterdam, eerst als research-chemicus en van 1933 af als chef van het laboratorium en van de proeffabriek. In 1938 ging hij over naar de Rubber Stichting te Delft, waar hij als hoofdopdracht had het entameren van een vergelijkend onderzoek van synthetische en natuurrubber.

Van 1946 tot 1957 was hij werkzaam bij de Bataafsche Petroleum Maatschappij te 's-Gravenhage. In die periode nam hij enige tijd waar in de research-leiding van het Laboratorium te Amsterdam. Van de stichting af in 1957 van het Koninklijke/Shell Plastics Laboratorium te Delft trad hij op als technisch leider van het laboratorium; later werd hij directie-assistent, in het bijzonder voor de wetenschappelijke contacten. Van zijn hand verscheen een aantal publikaties.