Nederlands: De mens-machine interface van de Embraer 190 is zo ontworpen dat statusinformatie over autoflight-modi aan de cockpitbemanning wordt gepresenteerd op de Flight Mode Annunciator (FMA). Als het vliegtuig tijdens een automatische ILS nadering is geconfigureerd voor een handmatige landing toont de FMA ofwel APPR1 ofwel APPR2. Als de ILS automatische nadering wordt gevolgd door een automatische landing, verschijnt AUTOLAND1 op de FMA. Het is de taak van de cockpitbemanning de juiste landingsmodus in te stellen en te monitoren of deze inderdaad is ingeschakeld.

Tijdens de ILS automatische nadering was de cockpitbemanning ervan overtuigd dat zij het vliegtuig hadden geconfigureerd voor een automatische landing, terwijl zij in werkelijkheid de configuratie voor een handmatige landing hadden geselecteerd. Uit de informatie op de FMA, die (terecht) APPR1 toonde, had de cockpitbemanning kunnen afleiden dat het vliegtuig niet was geconfigureerd voor de door hen beoogde landing. Zij schakelden echter de automatische piloot niet uit op of boven de beslishoogte.

Het resultaat was een harde landing, waarbij de bedieningsstangen van de deur van het linkerhoofdlandingsgestel en die van de binnenste rechtervleugelklep beschadigd raakten. Bij het ongeval raakte niemand gewond.

De Raad heeft geen reden om aan te nemen dat technische factoren bij dit ongeval een rol hebben gespeeld, of dat het vliegtuig anders presteerde dan hoe het ontworpen, gecertificeerd en goedgekeurd was. De focus van dit rapport ligt op het verklaren waarom beide vliegers ten onrechte ervan overtuigd konden zijn dat zij het vliegtuig hadden geconfigureerd voor een automatische landing.